Fragment:
[...] II De alternatieve boekhandel draait een plaatje van Brecht, het gaat goed.
Bij nader inzien draaien ze de plaat niet, ook goed.
Je spreekt een neef, zucht van een vrouw, en wenst elkaar succes. Nee, het gaat niet slecht. Maar is het leuk?
III Maastricht, aan de Maas.
Lidy: "Nu dit trapje af". Het trapje komt uit in het water. Het is van steen, smal, uitgesleten en zonder leuning. Het is waarschijnlijk verboden ook.
Ik zeg: "Mij te eng". Hier, boven mijn koffie, verlang ik opeens tot de pijngrens naar haar met wie ik toen in Maastricht was.
Niet toen aan de Maas. Toen had ik alles op slot, maar nu, nu ik aan haar denk, haar ogen, haar mond, haar ongelofelijke kontje...
Zo zou je in een file kunnen staan en een fantastische tijd hebben.
Aan de Maas, op die boulevard die vast wel op de Monumentenlijst staat, zei ik: "Kijk, daar heb je het weer. Dit is geen levenskunst, nalaten zo'n trapje af te gaan. Er zijn er, die moeten dat doen, die moeten per se hun teen in het water dopen om er helemaal te zijn geweest. Levenskunst, ik leer het nooit".
[...] And we talked about the rain.[...]
|