Ik schrijf over niets bijzonders,
mijn moeder zal niet blozen.
De staat zal niet steigeren.
Mijn vader, had hij tijd van leven gehad,
was dit onderwerp niet uit de weg gegaan.
Mijn broers, mijn zuster, zullen geen reden zien
voor een topoverleg.
Mijn bevordering op kantoor
zit net zo vast als anders,
er is dus echt niets aan de hand.
In dit tweede couplet
neem ik u mee naar de zachtheid van mannen.
Goede mannen zijn prachtwijn
maar de kurk zit vreselijk vast.
De vrouwen, de dieren,
mijn kleine broertje dat mij zo ontroerde.
De aandacht van vrouwen.
Ik ben een plant.
Zij geven mij water.
|
|
Overige:
Bij “De Nederlandse poëzie van de 19e en 20e eeuw...”/ Stoppen/ De dichter en de zee/ Op stap met de Pyrmont Pers/ Het woord/ Poëzie moet begrijpelijk zijn/ Oplossing/ Altijd als ik iets leuks wil schrijven/ Objet trouvé: GVC Dames Twee.
|