De Vliegende Hollander

De Vliegende Hollander - Schaalsmeerpolder september 2003

Veldwerk in de Schaalsmeerpolder

In de Schaalsmeerpolder bij Oostknollendam (bij Wormerveer NH) worden sinds 2001 onder de naam Veldwerk beeldende kunstroutes georganiseerd. Gedurende een aatal weken in het najaar is er dan kunst in de weilanden, de sloten, een boerderij en rond het enige woonhuis te zien. Het is een initiatief van de Werkgroep Veldwerk van Stichting Tengel. Artistieke leiding heeft Joke Konijn. Het gebied, drooggelegd in 1633, wordt beheerd door Natuurmonumenten. Tijdens de expositie organiseert Natuurmonumenten extra vaartochten, waarop soms dichters optreden. Elke keer stelt de werkgroep een thema vast. Bij de route van september 2003 was dat “Afwezig – Aanwezig”. Voor deze expositie wilden de beeldend kunstenaars Mirjam Janse (Amsterdam) en Gerrit de Vries (Anna Paulowna) het beeld “De Vliegende Hollander” maken, en zij nodigden mij uit, als dichter mee te doen.

De Vliegende Hollander

De Vliegende Hollander moest een beeld worden, half schip, half kar, dat uit het water oprijst en zowel eeuwigdurend als op z’n plaats blijvend is. Eeuwigdurend is het als het schip in de legende van de Vliegende Hollander, waarin een Nederlandse kapitein uit de Gouden Eeuw voor altijd over de oceanen zwerft en dwars door andere schepen heen vaart, verdoemd als hij is na God te hebben vervloekt en de Duivel te hebben aangeroepen. Dat het zich ook op het land voortbeweegt tonen de wielen en het mechaniek uit de oude gelijknamige speelgoedkar, waarop je je voortbewoog door een hefboom heen en weer te bewegen. Echter, in dit beeld staan de wielen stil en beweegt alleen het bovenstuk. Illusie dus, al ons streven en dringen! Het beeld werd gelast in staal en in de sloot rond de Schaalsmeerpolder geplaatst. Daarna is het aangekocht door het Zaans Museum, waar het nu in de slotgracht staat. Bij de feestelijke overdracht op 23 juni 2004 heb ik als dichter opgetreden.

Natuurmonumenten

In de natuurgebieden die Natuurmonumenten beheert, waaronder de Schaalsmeerpolder, staan veel borden met uitleg in de typische huisstijl, blauw-geel, van deze organisatie. Tot onze verbazing werkte Natuurmonumenten mee aan ons streven, het beeld De Vliegende Hollander als een raadselachtig opgedoken natuurverschijnsel te presenteren: Volledig in de stijl van die explicaties heb ik een neptekst over De Vliegende Hollander geschreven, die door Natuurmonumenten in een echt bord, in hun huisstijl, met een landkaartje, aan de oever bij het beeld werd geplaatst. Het begint zó: “Welkom op de dijk rond de Schaalsmeerpolder. Zilte rus, zegge, aardbeiklaver en schorrenzoutgras gedijen hier. Door deze gewassen moet zich onlangs de boeg hebben geboord van een schipachtig voorwerp. Dat moet de Vliegende Hollander (Holandis Volitans) zijn, want deze was reeds eeuwen vermist.” Aan het eind worden mensen die het beeld hebben zien opduiken, opgeroepen zich te melden.

Posters in de Zaanstreek

Om het mysterie rond dit opgedoken natuurverschijnsel een handje te helpen heb ik vier teksten geschreven die op A5-flyers in de wijde omgeving werden verspreid en opgeplakt, voornamelijk door Zaankanter Gerrit de Vries, een van de makers van De Vliegende Hollander. Op die posters wordt mensen die meer weten gevraagd zich te melden. De koppen waren: I “OOGGETUIGEN GEZOCHT – Schipachtig voorwerp opgedoken”, II “NOGMAALS: OOGGETUIGEN GEZOCHT – Opgedoken schip Vliegende Hollander?”, III “WIE HEEFT GEZIEN – Wat op gaat gaat neer”, IV “LAATSTE OPROEP: VLIEGENDE HOLLANDER ONDER ONS. Waakzaamheid geboden”. Dan kwam er een toelichting op dit raadsel, zoals: “De schipper, die zich voorstelde als Vanderdecken, zou kwaad zijn uitgestapt en geroepen hebben dat hij haast had omdat hij naar een andere wereld moest. Volgens sommigen bleef het water stil…” Elke poster eindigde met de tekst: “Hoe kon het water stil zijn terwijl de bodem spleet? Wat heeft zich afgespeeld rond ’t Zwet, De Poel, De Schaalsmeerpolder, Het Hierstaatu of De Markt?”

Vliegende Hollander bij Uitgeverij Nestor

Beeldend kunstenaar Mirjam Janse, die De Vliegende Hollander bedacht, en ik, hebben begin 2003 de kleinschalige Uitgeverij Nestor opgericht. We willen boeken uitgeven met beeldende kunst en poëzie, met als oriëntatie het onzienlijke, de lagen in het bestaan, of, zoals de ondertitel van Nestor luidt: “Voor de mythe op ons dagelijks brood”. Natuurlijk hebben we van De Vliegende Hollander een boek gemaakt. Het werd een losbladige map met vellen van 30 x 30 cm. , vormgegeven door onze vriend Armand Haye. De map bevat een originele zeefdruk van Mirjam Janse op het thema Oneindigheid, een foto van het beeld op locatie, een toelichting op het project en een lang gedicht van mij.

Episch gedicht

Het zou een “episch gedicht” worden hadden we afgesproken al wist ik niet precies wat dat was. Maar het is het geloof ik toch geworden. Ik beschrijf het drama van de Vliegende Hollander vanuit de Tijd als eeuwige getuige van het prutsen en lijden van mensen. “Je ziet er met een plaatje van een draak/er zijn er met ringen door hun delen/ zeven uur per dag aan de viool/ zelf met lamme poten hun wiel…/ A wringen uit een lijf dat A niet zeggen kan/ […]/ rondspringen op elkaars land en nog verbaasd zijn/ om een mes in hun donder/ om een beloning!/[…]”. Aan het slot gaat het steeds meer over schuld en vergiffenis. Waarom moet iemand zo lang lijden? “[…] Oh dierbare word toch wakker./Ik spreek uit liefde tot u:/ Doe maar open. Je bent vrij!”.

Meer gedichten over de Vliegende Hollander

Als het vast zat met dat lange gedicht over de Vliegende Hollander, waarvan ik lang niet wist waar het heen ging, schreef ik uit balorigheid heel wat anders. Mooi meegenomen achteraf want het werden leuke teksten die ik bij menige Vliegende Hollanderachtige gelegenheid heb voorgedragen. In het volgende gedichtje druipt het vastzitten er vanaf: “Nog doen: episch gedicht over alles: EPISCH GEDICHT/ Donderende klap, bliksemflits,/ peilloze diepte: knipselmapje weg./ Lijkt wel het Gat van Wormer./ Knipselmapje weg!/ Dan maar geen episch gedicht over alles”. Maar een ander werd echt mooi. Daarin vaart de Vliegende Hollander dwars door mij heen. Ik beschrijf de geluiden die ik hoor van boeg tot achterplecht: “[…]/ Het begon bij de boeg, daar hoorde ik ratten. Gelijk daarop/ geknars waar de ankerketting lag. Meeuwen. Ruzie./ En toen de kok die aan het lachen was./ En er viel er een van de trap die riep om z’n moeder./ Dus het waren Hollanders/ […]”. Misschien duiken die gedichten nog eens ergens op, in een polder, een sloot, of een website.