Techniek en design algemeen

Dit – veranderlijke – deel gaat over fietsenrekken en brommerpassie, rijp en groen. Maar ook over het oerdegelijke Amerikaanse apparaat om adresplaatjes (tags)te ponsen, de Graphotype. Hier en daar een foto van straatmeubilair dat me aanspreekt of iets anders moois. Er is geen innerlijke logica voor mij als dichter/muzikant om het hier over brommers en straatmeubilair te hebben. Maar het hoort wel bij mij. Misschien is er een relatie tussen mooie muziek, mooie woorden en mooie dingen.

Klik hier voor mijn GRAPHOTYPE pagina (in het Engels)

Brommerpassie

De laatste keer dat ik iets met passie heb gelezen was ik geloof ik dertien en het ging zéker over brommers. Jaap Joppe’s Brommers, scooters en motoren (Prisma 841, Het Spectrum 1963) werd iets later de bijbel.Vóór de bromgerechtigde leeftijd van zestien had ik er al zes, afdankertjes van vertederde ooms, buren en docenten. Je mag aannemen dat mijn interesse voor oude auto’s daaruit is voortgekomen. Als puber las ik daarover een boek helemaal stuk: Autotechniek glashelder (Stichting V.A.M., Den Haag 1961) met in de hoofdrol de familie Startermans met haar oubollige dialogen. Niet moeilijk overigens want het lag al in de winkel uit elkaar.

Straatmeubilair

Hoor eens, hier heb ik geen verstand van. Maar ik denk het volgende: straatmeubilair kan mooi zijn. Mijn bewondering voor mooi ontworpen dingen geldt vooral straatmeubilair omdat dat ook nog eens hufterproof moet zijn en niet de duur en vooral nuttig en niet te abstract. Geen leuke eisen voor een ontwerper. Of juist wel? Daarom jubel ik als ik schoonheden zie en bedank ik in stilte naast de ontwerper de beleidsmensen die het hebben aangedurfd om dit bijzondere spul onder hun verantwoordelijkheid op straat te zetten. En wat zie je dan? I: Degelijk hoeft niet saai te zijn. En II: Mooi blijft meestal heel. Ik ben nog maar net begonnen met fotograferen, hieronder enkele proeven. Wie iets wil insturen of links kan noemen is welkom.

Overig design

Heb ik al helemaal geen verstand van. Kijk wazig als men namen gaat noemen, voel me boerenkinkel. Soms vind ik iets mooi en dat blijkt dan helemaal fout te zijn…Maar ik geniet er van, van bevlogenen als Buckminster Fuller, Victor Papanek, Desmond Loewey (ook prachtige auto’s!), de Amsterdamse School, die Engelse stofzuigerontwerper James Dyson. Volgens mij hebben uiterlijke schoonheid en innerlijke schoonheid op dit gebied alles met elkaar te maken.

Knutselen

Er is in ons aanleg die zich manifesteert en dat ook mag, en overige aanleg. Aanleg die zich bij mij als peuter al manifesteerde was die voor meten, evenwicht, en prutsen in het algemeen. Prutsen werd overigens niet echt gewaardeerd hoorde ik later want ik sloopte alles waar ik bij kon. Ik stopte spelden in een stopcontact en vierde een gros wc-rollen over de zoldertrap. Er is een foto waarop ik als peuter een pop op een ballon probeer te balanceren. Waarom doe je dit? Later keek ik de kunst af bij mijn opa van moeders kant die bij ons kwam klussen. Hij sloeg kromme spijkers recht voor hergebruik. Net als in de Derde Wereld, zag ik later. En nog steeds kan ik niets weggooien. Men lacht mij uit maar is stil wanneer ik met exact het juiste dopje aankom. Gelukkig ben ik niet de enige.Voor nabestaanden van overleden oerknutselaars ben ik een uitkomst want het is toch een beetje cru om vader’s schroefjesverzameling direct bij het grof vuil te zetten. Zo krijg ik steeds weer nieuw aangeleverd waardoor ik steeds maar blijf sorteren, af en toe “mooi dingetje Toon, dank je wel!” (of andere naam) roepend als ik iets leuks tegenkom dat ik nog niet had.

Veel later heb ik al dit geknutsel en het hoe en waarom ervan eens op een rijtje gezet in het verhaal Over knutselen, compleet met tekeningetjes van versnellingsbakken. Ik zette het in het tijdschrift De Geus waarvan ik in de jaren ’80 redacteur was. Het is te lang. Misschien plaats ik het hier nog wel eens, gelijk met de rest van de geschiedenis van De Geus.

Contact info@laurensvanderzee.nl