Interview door Hans Sinnema in Unesco

Interview door Hans Sinnema in UNESCO Nieuws nr. 2-2003

LAURENS VAN DER ZEE: 25 JAAR UNESCOVOORLICHTER
‘UNESCO-IDEALEN MOETEN OP POLITIEKE AGENDA’

‘Ik vind het belangrijk dat er gebruik wordt gemaakt van de publicaties die we hier hebben, en ik ben dan ook erg servicegericht wanneer mensen daarvoor komen.’ Dat zegt Laurens van der Zee, niet-westers socioloog en voorlichter van het UNESCO Centrum Nederland. Hij heeft net afscheid genomen van een bezoekster van de bibliotheek. Ze kwam voor informatie over Istanbul. Van der Zee heeft voor haar wat UNESCO-publicaties bij elkaar gezocht en daar nog een videocassette bijgedaan. Een type activiteit dat hij graag verricht. Naast al die andere voorlichtingsactiviteiten die hij al een kwart eeuw voor het UNESCO Centrum Amsterdam (UCN) verricht.

Laurens van der Zee betrad het UCN voor het eerst in 1974. Om publicaties over onderwijs in ontwikkelingslanden te raadplegen, voor zijn studie. Op zoek naar een studentenbaantje, dropte hij een open sollicitatie bij het UCN. Hij werd uitgenodigd voor een gesprek en bleef. ‘Ze hadden iemand nodig die een enquête kon analyseren. Vragenlijsten, die door bezoekers van de UCN-expositie over het Tweede Tienjarenplan voor Ontwikkelingssamenwerking van de VN waren ingevuld.’ Tienduizenden bezoekers had die reizende tentoonstelling getrokken. ‘Ze zaten hier met dozen vol ingevulde vragenlijsten waar nog niets mee gedaan was. Dat was m’n eerste job: daar een rapport uit samenstellen.’ Op een enkele korte onderbreking na – onder andere een assistentschap bij professor Schoorl aan de VU – is hij daarna niet meer weggeweest. Zijn werkzaamheden: ‘Voorlichten over de UNESCO, op scholen, informatiemarkten, manifestaties. Exposities ontwikkelen, lezingen geven, vergaderen… Inzetbaar zijn voor allerlei werk op kantoor, als een soort vliegende kiep zeg maar.’

Tweede beroep

Waar hij nu mee bezig is: ‘Naast de lopende reguliere acties met het ABC Op Reis. Een reizende expositie over analfabetisme en de geschiedenis van het schrift. Daarvan heb ik het UNESCO-deel voor mijn rekening genomen – subsidieopzet, teksten, een lesbrief over analfabetisme.’ Een onderwijsproject over werelderfgoedmonumenten is juist klaar – ‘een handleiding voor docenten, een lesbrief voor leerlingen, een cd-rom, een video. En onlangs hebben we, samen met andere organisaties, de activiteiten voor de Nationale Onderwijs Tentoonstelling afgerond. Docenten konden daar op het “Wereldplein” informatie over mondiale vorming krijgen.’
Naast UCN-voorlichter heeft Laurens van der Zee nog ‘een tweede beroep’: de muziek. ‘Ik zit in de muziekgroep Folkcorn. We brengen Nederlandse volksmuziek, teksten en melodieën uit de tijd van 1400 tot 1900. We maken dankbaar gebruik van de componist Clemens non Papa. Die zette in de zestiende eeuw psalmen op meerstemmige muziek. De hoofdmelodieën die hij voor die psalmen gebruikte waren vaak gewone volkswijsjes. Wij gebruiken die muziek van hem soms weer om de originele volksliedjes te verfraaien.’ Iets anders wat hem – ‘zeg maar rustig dag en nacht’ – bezighoudt: het lot van de indianen in de Andes. Met de Stichting Samenwerkingsverband Hoogland Indianen (SHI), waarvan hij bestuurslid is, zet hij zich voor die oorspronkelijke bewoners van het Andesgebergte in. Fondsen werven voor kleine projecten; voorlichting in Nederland. ‘Net zulke activiteiten eigenlijk als voor het UCN, maar dan in het klein. Nu voeren we actie voor een geïsoleerd dorpje, Tupe, in midden-Peru. Ze spreken daar nog Jaquaru – een bijna uitgestorven taal. Voor jongeren is er vrijwel niets te doen, met als gevolg leegloop. De school gaat achteruit. Wij financieren daar de bibliotheek, met zoveel mogelijk boeken in de eigen taal.’ Een activiteit die hij ook niet onvermeld wil laten is het in hun oude luister herstellen van oldtimers, auto’s uit de jaren vijftig. ‘De hele techniek – repareren en opknappen; ik ben net klaar met een Dodge pick-up.’ Voorts – en dat rekent hij niet tot zijn minste bezigheden – is hij tekstschrijver en dichter.

Politici

Is er in al die 25 jaar hier veel veranderd? ‘Wat veranderde is dat er met name in de jaren zeventig en tachtig steeds meer concurrentie kwam van andere groepen op het terrein waar wij ook zitten. Die kwamen met zware publiciteitsoffensieven, terwijl wij altijd een bescheiden publiciteit zijn blijven voeren.’ De belangstelling van scholen voor de UNESCO is teruggelopen. ‘Op die gebieden, waar je het als kleine instelling sowieso moeilijk hebt gezien de concurrentie en de bezuinigingsdruk op het onderwijs, moeten we terrein terug gaan winnen.’ En dat met inzet van de modernste middelen – ‘een verbeterd UNESCO Nieuws, een eigen website, een elektronische nieuwsbrief. Internet – een fantastische ontwikkeling is dat. Hoeveel e-mailvragen en reacties op onze website we hier al niet gekregen hebben…’
Aan de naamsbekendheid van de UNESCO moet gewerkt worden. ‘Ook een inhaalslag, we zijn daar lang niet aan toegekomen, mede doordat het kantoor onderbemand is.’ De UNESCO is veel te weinig bekend bij politici. Wat het UCN die politici duidelijk moet maken? ‘Dat de UNESCO-idealen een plaats op de politieke agenda verdienen. Value education; bevorderen van het kritisch vermogen, van kennis. Onderwijs, en dat niet alléén: ook opvoeding. Dus niet alleen maar kennis overdragen, ook dingen vóórleven. Op school én thuis. Ik denk nog wel eens aan de lesbrieven over vredesopvoeding die S.C. Derksen vroeger voor ons schreef. Die gaf daar speciale aandacht aan.’
De taak van het UCN is in wezen niet veranderd. Dat komt neer op het uitdragen van de basisdoelstellingen van de UNESCO – en die blijven immers ook gelijk. ‘Wat wel verandert is dat de UNESCO zich meer gaat concentreren op een paar hoofdtaken. En terecht. Als je zoveel gebieden bestrijkt, moet je ervoor waken specialist in alles te willen zijn. Anders loop je het gevaar dat je niet verder komt dan overal maar een beetje aan ruiken. Wel was het een schok dat maandbladen als de UNESCO Courier of UNESCO Sources zijn afgeschaft. Die hebben we altijd heel actief gebruikt. Ik miste ze direct. Er is vervanging aangekondigd, maar komt er iets goeds voor in de plaats?’

Idealist

Moet je om dit werk te doen idealist zijn? ‘Als ik geen idealen had was ik hier niet zo lang blijven werken. Het zijn idealen die voor het werk gelden, maar ook privé. Bevorderen van het cultureel erfgoed, dat gebeurt hier, maar dat doe ik net zo goed met mijn muziek. Ontwikkeling, dat is iets van het UCN, maar ook van de stichting voor de hooglandindianen.’ Wel blijven die idealen in het gewone dagelijkse werk nogal ‘onzichtbaar’. Ze worden ‘een beetje diffuus’, vloeien weg in allerlei activiteiten. ‘Maar je moet je verwachtingen wat meer in de verte, op de langere termijn weten te plaatsen. Je verandert dingen niet zomaar.’
Gewone ontmoetingen op voorlichtingsmarkten met bezoekers zijn belangrijk. Mensen met wie je van gedachten wisselt, die je informeert. ‘Maar hou in de gaten dat je niet alleen voor eigen parochie preekt. Het gaat toch om de niet-bekeerden, om die te bekeren. Kernvraag is: hoe kom je binnen bij mensen die nog niet op je boodschap zijn ingesteld. Sta je op een voorlichtingsmarkt geanimeerd met een docent te praten over het belang van de UNESCO, besef dan wel: die heeft die houding al. Je kunt na zo’n gesprek met die ene bezoeker wel een goed gevoel hebben, maar hou jezelf niet voor de gek – het gáát om de anderen die je voorbijlopen.’ Werken bij een organisatie als het UCN veronderstelt ook een bepaalde mentaliteit. ‘Dat je soepel bent ingesteld, bijvoorbeeld wat werktijden betreft. En dat je wat bescheiden bent in je salariseisen. Stuitend, zo iemand toen bij Foster Parents, met 18.000 euro per maand voor een driedaagse werkweek. Dat geeft geen pas. Die is daar wel vertrokken, maar ’t is weer een klap voor die organisatie.’

Hartverwarmend

Er is oorlog. Er is geweld. Tussen landen en tussen individuen. Nog steeds, zeker. Maar: ‘De boodschap van de UNESCO kan hier een rol spelen. Ik heb het altijd geweldig gevonden dat midden in de Tweede Wereldoorlog, ja toen al, bij een aantal politieke leiders de gedachte opkwam dat er daarna iets zou moeten gebeuren. Dat je de volkeren zover moest zien te krijgen elkaar nooit meer zoiets aan te doen. Dat was het begin van de UNESCO. Maar het geldt net zo essentieel binnen de samenleving. Het intermenselijk aspect, dat moet veel meer aandacht krijgen. Je kunt daar persoonlijk aan bijdragen. Met muziek kun je daaraan bijdragen, heb ik net weer gemerkt. Dat gaat van hart tot hart, het wordt overal herkend, haalt het verkrampte uit de omgang, het gebrek aan warmte en aan respect bij iedereen die maar met zichzelf bezig is. Door naar buiten te treden als musicus, als dichter, kun je daar iets tegen doen. Dat was heel duidelijk in Rusland, waar ik net vandaan kom. We hadden daar een tournee met de muziekgroep. Hartverwarmend was het, die erkenning die we met onze muziek daar ondervonden hebben.’

‘Er zijn grote problemen en tegenstellingen. Maar ter geruststelling dit: ga eens bij een school kijken, bij voorkeur een doodnormale basisschool – die blijft gewoon functioneren. Dat gaat gewoon door: dat leren leren, dat is niet stuk te krijgen. En dan heb je het verenigingsleven, kerkelijk, sport, cultureel… Onzichtbaar, maar bloeiend. Een trage, brede, degelijke stroom, die de maatschappij bij elkaar houdt. Dat bestaat ook, naast alle polarisatie.’

Contact info@laurensvanderzee.nl