INSTALLATIES EN PROJECTEN

Laurens van der Zee

 

terug naar DICHTER

INSTALLATIES EN PROJECTEN

Diverse columns,speeches en teksten

De Opblaaspop

One night only

Nestor - geen wonder

De Vliegende Hollander

Het meisje met de gouden haren

De Kat-Cacteeënyclus

Stegen

Licht in mijn oren

Anagrammenboek

Theekoepeltje Dichtersdomicilie

Gedichtenmarathon

De Dionysische Boom

De Zee als Dichter

Dít gaan we doen!

Straatmuzikant

Muziekontbijt

Min Tien Beaufort

Degelperspoëzie

Een Kerstverhaal

Vitrine "Van kop tot teen"

Linnaeus Geluidslandschap

Linnaeus Tekstbanieren

Rouwadvertenties Holland2050

Tambal Ban

Neem die kans, geef die kans!

Ontmoeten in Beeld

"Context" Fotowedstrijd

Vertaalproject "De wereld rond gedicht"

Rouwadvertenties "Begraven in Wageningen"

Taal in Zicht

Food for You

Het benzinestation, de komma in de reis

By the Way

Volksfront Allen Arm

Taaloefening

Speculaetie Staete

In vrijheid gesproken

Beelden van Gelderland

Molenmarkt

Verhalende rivier

De Tafel van W

Tel Sul

Wereldrecord kleinste schroefje

Teksten bij Araun Gordijn

Ons Huis

Apparaten vet en mager

Tussenhuidse teksten

Van mijn oude bank...

Morghe Sahar

Ministerie van in onbruik geraakte zaken

 

APPARATEN VET EN MAGER - Wageningen september 2011

In de hal van het Forumgebouw op de Campus van de Universiteit van Wageningen ( Wageningen UR) was van 4 tot en met 28 september de expositie 7even7 te zien. Dit was een initiatief van Paul Dunki Jacobs en Harry Oonk. De meeste deelnemers waren leden van het Platform Beroepskunstenaars Wageningen. De formule was, dat zeven koppels van een beeldend kunstenaar en een schrijver elk zeven werken presenteerden die geïnspireerd waren op het getal of het symbool 7. Als dichter/schrijver werkte ik met beeldend kunstenaar en ideeënman Robbert Kamphuis. Bij zijn schilderijen van in onbruik geraakte huishoudelijke en andere apparaten schreef ik teksten over hoe geweldig en hoe achterhaald die apparaten zijn. Bijvoorbeeld over de Tomado patatsnijder en de oerdegelijke Olympia telmachine. Maar ook over de knijpkat, de Dymo lettertang, de snijbonenmolen en de Viewmaster, om er een paar te noemen. Een en ander onder de titel Zevenmaal apparaten vet en mager. Dit had ik bedacht omdat 7 het thema van de expositie was en omdat de (bijbelse) symboliek van de zeven vette- en magere jaren toepasbaar is op onze omgang en bewuste of onbewuste visie op apparaten: Wat eerst geweldig leek, is als je er op terugkijkt, en "met je tijd meegaat", maar een mager dingetje geweest. Als je er zo mee omgaat heeft de reklame-industrie je flink te pakken gehad. Daarover heb ik onderstaande inleiding bij de inzending van Robbert en mij geschreven. Bij het schrijven van deze webpagina, eind december 2011, kan ik melden dat we inmiddels het Ministerie van In Onbruik Geraakte Zaken hebben opgericht. Daarover meer onder het gelijknamige menu in deze projectenlijst. Tijdelijk houden we domicilie op het Conventplein in Wageningen. Een website is in voorbereiding.

Zevenmaal apparaten vet en mager - inleiding
Bedenkers, ontwerpers, fabrikanten en gebruikers, allemaal deinen we op de golven van een stroom die ergens vandaan komt (het verleden) en mogelijk ergens naar op weg is, we noemen dat voor het gemak de toekomst al weten we dat we daar nooit zullen aankomen. Intussen kunnen we niet anders dan ernstig werken met onze talenten en met alle mogelijkheden die het hier en nu ons biedt. Vanuit dat hier en nu kijken wij terug naar de apparaten die vroeger zijn bedacht, gemaakt, verkocht en gebruikt. Waardeloze apparaten volgens de verkopers, domme, scharminkelige spullen uit magere jaren, als je kijkt naar die uit onze vette tijd van nu! Dat roepen verkopers al sinds het Stenen Tijdperk. Het schijnt dat verkopers dat zomaar ongestraft mogen - zelfs moeten - zeggen omdat anders onze Economie instort. Als dat waar zou zijn, dan zou de Economie het niet verdienen met een hoofdletter geschreven te worden. Een leugenachtig, beledigend, verspillend en gek-makend systeem zou het zijn. Laat ons eer betonen aan die apparaten die met zoveel talent en aandacht zijn gemaakt en die elk op hun plaats en tijd betekenis hebben gehad. Die zeven magere en vette jaren die een begrip zijn in onze Westerse cultuur, hoe betrekkelijk zijn ze niet!

Op de expositie van september 2011 hingen in een grote boog aan de rand van een balustrade 10 schilderijen van Robbert Kamphuis met teksten van mij (door met de nummering te rommelen hebben we er drie meer dan de afgesproken zeven geëxposeerd). De apparaten waren: De Tomado patatsnijder; de Olympia telmachine; de knijpkat; de Eumig filmprojector; het Moulinex elektrische mes; de Philips keukenmixer; de Inventum elektrische koffiemaler; de snijbonenmolen; de Dymo lettertang; de viewmaster.

Hierbij een overzicht van een deel van de expositie en als selectie twee apparaten met mijn bijbehorende tekst. De reeks wordt voortgezet. Aan een publicatie wordt gewerkt. Een aantal werken hangt in ons Ministerie van IOGZ. Daar staan ook de apparaten zelf.

DE SNIJBONENMOLEN
Vet
Elk huis had een snijbonenmolen. Die werkte perfect. Na een tijdje draaien had je een hele berg snippers. Kon je blote kindertjes in het gras mee maken: Snijbonen gemengd met witte bonen, met verse worst en bloemige aardappels. Je kon ze ook bewaren, dat noemden ze wecken, wij hadden in de kelder rijen glazen potten staan. Het gebruik van de snijbonenmolen moet je tegenwoordig uitleggen, dat zegt wel wat over tegenwoordig: Je klemde hem met een ingebouwde schroef op de rand van de tafel, stak er met de ene hand steeds weer een snijboon in en draaide met de andere aan de slinger. Er klonk een “tsjak”-geluid en de snippers vlogen op de schone theedoek. Ondertussen praatte je gezellig met wie er maar in de buurt was. Het was dus een socio/technisch foodapparaat, en niet stuk te krijgen.
Mager
Ik durf het haast niet te zeggen maar de snijbonenmolen had niet eens een stekker. Alleen als je heel handig was kon je er nog meer mee doen, bijvoorbeeld een spijker inslaan. Dat was een voordeel van z’n materiaal, ijzer, maar verder is ijzer nauwelijks hip te noemen. Van de associatie met moeders en oma’s in saaie schorten word je ook niet vrolijk. Terecht zijn ze uitgerangeerd. Maar onvergankelijk als ze zijn zullen ze het milieu voor eeuwig blijven vervuilen. Er schijnen trouwens mensen te zijn die die dingen sparen!

DE ELEKTRISCHE KOFFIEMALER
Vet
Natuurlijk had iedereen een apparaat om koffie mee te malen. Eerst zo’n blok dat je tussen je benen klemde, met een enorme slinger eraan. Een sprong vooruit was zo’n ding aan de wand, dat je bij elkaar spaarde met Douwe Egberts punten. Het had een palletje aan de achterkant waarmee je grof en fijn kon instellen. Wedden dat een heleboel mensen zich dat nooit gerealiseerd hebben. En toen kwam de elektrische maler, van Douwe Egberts of Inventum. Bij een vriendje hadden ze een gele DE A40 met een bruin handvat. Wij hadden de Inventum GK3, blauwgrijs met rood. Dát was pas vooruitgang: Je gooide er bonen in, drukte op de knop (deksel dicht!) en na geratel dat overging in geloei had je gemalen koffie. Zonder spierpijn.
Mager
Tja, je kon er koffie mee malen maar verder ook helemaal niets. Je had er twee handen voor nodig, wat natuurlijk zonde is. Als je even afgeleid was vergat je het deksel vast te houden en kon je gelijk naar de K & O arts om je kop inwendig te laten reinigen. En als je nóg een keer afgeleid was maalde je te lang door en had je verbrand poeder. Gelukkig hebben ze nu apparaten die vanzelf stoppen. De meeste zetten de koffie ook even voor je, logisch eigenlijk.

 

©2007,2008 laurens van der zee, alle rechten voorbehouden. ontwerp Armand Haye