MIN TIEN BEAUFORT - Wageningen december 2006
"Kom een frisse neus halen bij de stormachtige opening van de expositie 10 Beaufort", zo begint de uitnodiging voor de opening van deze tentoonstelling op 24 november 2006. De locatie was de Flex-Expo, de toenmalige eigen expositieruimte van het Platform Beroepskunstenaars Wageningen BKW. Ik was er zelf bestuurslid van tussen voorjaar 2006 en najaar 2011. Omdat het Platform tien jaar bestond en onder leiding van dit nieuwe bestuur "een frisse wind wil[de] laten waaien door het kunstklimaat in Wageningen / hoezee", was besloten de jaarlijkse groepsexpositie van de leden van het Platform in het teken te plaatsen van de Schaal van Beaufort, waarin de windkracht wordt gemeten (inmiddels weten we dat je voor zo'n frisse wind wel een héél lange adem moet hebben).
Dichter Als dichter was ik een buitenbeentje in dit gezelschap van overwegend beeldend kunstenaars. Een uitdaging dus, om die term eens niet uit de weg te gaan. Ik overdacht wat windkracht voor mij als kunstenaar betekende en kwam tot de conclusie dat ik niet zozeer dichter ben door windkracht, maar eerder door een soort "vacuum" in mijn hoofd, waarmee ik indrukken en inspiratie uit de wereld opzuig. Ik heb dit uitgebeeld door een antieke stofzuiger aan te sluiten op een etalagekop. Bovenop het hoofd staat een trechter. In die trechter draait een spiraal, die draaiend een neerwaartse impressie geeft als de stofzuiger door een knop in de vloer wordt aangezet. Onderuit de stofzuiger wapperen smalle stroken geel papier, die elk een in de lengte geprint gedicht of aforisme van mijn hand bevatten. Het geheel is gemonteerd in een hoge houten kruk. Hier hebben de dichter en de soort van uitvinder die ik ben elkaar helemaal gevonden. Het meest trots ben ik op het subtiele glijlager waarmee de spiraal aan het plafond hangt. Dit zorgt ervoor dat de ophangdraad wrijvingsloos meedraait, zodat de spiraal niet terugdraait als de stofzuiger wordt uitgezet. Dat zou immers de hele gedachte onderuit halen. Aan dat lager kwamen naast nylondraad zelfs lovertjes uit de knopendoos van mijn partner te pas. De producten van dit inspiratiegebeuren waren korte teksten als:
SNEU 1: Net een racefiets hebben gekocht en de pijp uitgaan. / 2: De pijp uitgaan zonder geld te hebben gehad voor een racefiets.
DE ONNOZELE Al 45.000 kilometer heb ik gelopen. / En nóg ben ik niet aan de rand.
BIJ LAREN Als je geen mens was / was je het beste af als paard,/ vooral met een baas die weet / dat het andersom had kunnen zijn.
VOGEL I Het lijf is plat. / De vleugel wiekt nog. VOGEL II Daar ligt een vogel koploos. / Hij ademt, het ritme van de maden.
De opening op 24 november was overigens ook een spektakel met veel wind. Van het MARIN, een instituut dat orkanen nabootst om scheepsmodellen te testen, had voorzitter Robbert Kamphuis een stel ventilatoren geleend die tot een toren waren opgebouwd. Toen ze op toeren waren riep ik leunend tegen de wind gedichten die over het weer gingen, met passages als: "Het stormde zo hard dat mijn ene been over het andere waaide", en "Twijfel hangt in dikke slierten over de grond, het vreest dat het kraakt...". Geprint op extra dun papier vlogen ze me zowat in snippers om de oren. De rij schilderijen aan de muur begon te golven. We vonden nog net op tijd de schakelaar.
Foto's vd. Zee, Koenders, Plomp.
|